We hadden afgesproken met de harde kern van onze jacht om de duivenplaatsen in orde te brengen om zo op het einde van het jachtseizoen wat duiven te kunnen verschalken, want geef toe: niets zo lekker als een duifje bij dit kille natte weer.
ᵖʰᵒᵗᵒ ᵇʸ ˢʰᵘᵗᵗᵉʳˢᵗᵒᶜᵏ
Om 9u afgesproken wat ons de gelegenheid gaf nog een nog anderhalf uur op de hoogzit te kruipen.
Hoewel de wind hard blies, had ik bij aankomst toch direct aanblik. Twee reeën stonden bovenaan in de groenbemesting en hadden mij niet op de toren weten kruipen. De wind stond op dat moment gunstig. Eens de raampjes van de kansel open kroop ik wat dieper in men jas. Het waaide als gek, maar echt koud was het niet. Het was even droog dus dat viel mee. Met de twee reeën die nog steeds op een 400 meter stonden in mijn ooghoek maakte ik me klaar voor een uurtje genieten op mijn geliefde plekje. “De haag van Jules” wat ik overigens een prachtige naam voor een plaats vind. Links van mij groenbemesting, voor mij een van onze wildakkers en een strook maïs die we daar elk jaar laten zaaien en rechts van mij een meidoornhaag waar al eens graag een zwarte rakker in kruipt en die ook dienst doet als beschutting voor echte wilde fazanten (als we daar jagen, is ons wapen na een half uurtje nogal heet) en achter mij een grasstrook afgewisseld met braak akkerland en wat groenbemesting met op het einde de bac d’horage: een waterbassin dat het overtollig regenwater van het glooiende landschap opvangt en dit verdeelt naar de verschillende grachten.
Hier zijn meestal wel eenden en af en toe een koppel ganzen te vinden. Op deze plaats is altijd wel wat te beleven. Enfin buks geladen, verrekijker bij de hand, een zakflesje en een pakje Gauloises tegen de kou. Voor mij is dit genieten pur sang!
Ik speurde koortsachtig de omgeving af op zoek naar beweging terwijl ik regelmatig een blik wierp in de richting van de twee reeën die langzaam mijn kant opkwamen. Na een tijdje was het duo al aardig mijn richting opgeschoven, zodat ik ze goed kon observeren. Geit met een grote bokkits. Niets om te oogsten dus of toch? Toen ze op een meter of tachtig naast me stonden, merkte ik bij een van de twee reeën een aparte gang. Het ree liep warempel mank wat me deed beslissen de buks alsnog door het raam te steken. Muisstil nam ik mijn wapen terwijl de reeën steeds dichter kwamen om, zo zag het er naar uit, langs de hoogzit naar boven richting de maïs te trekken. De wind joeg nog steeds even hard, wat me deed beseffen dat als ze te dicht kwamen ze mijn geur waarschijnlijk zouden oppikken. Ik zat daar namelijk lager dan waar de twee liepen en de wind zou mij op een bepaald ogenblik waarschijnlijk verraden. De buks stak al door het raam, maar omdat ze ondertussen door de groenbemester laveiden, kon ik niet goed zien welke ree er nu mank liep.
De gedachte was nog niet uit mijn hoofd of bij de volgende stevige rukwind gingen beide kopjes omhoog, sloeg de geit alarm en rende het duo tegen hoge snelheid door de groenbemesting weg van mij tot ze tegen de skyline nog zo groot waren als een veldmuis. Pech, maar niet erg want op en top genoten. Ondertussen kwam er een berichtje binnen van een potentieel nieuwe aandeelhouder dat hij bijna ter plaatse was om de jacht eens te bekijken. Ik keek op mijn klok, tijd om te vertrekken.
’s Avonds na de werken teruggereden naar de hoogzit samen met mijn collega Axel. Onderweg zagen we en koppel nijlgansen. Ik stopte de auto en gaf de buks aan Axel die er één trof en een tweede miste. Puk mijn draadhaar uit de auto gelaten en de gans netjes geapporteerd. Omdat we ter plaatse al lawaai gemaakt hadden, besloten we een andere hoogzit op te zoeken. Buiten honderden duiven die in dit bosje elke avond hun rustplaats komen opzoeken voor de nacht en enkele fazanten, hebben we die avond niks meer gezien. Ook dat is jacht!
Terug aangekomen bij ons jachthuis nog een koffie gedronken om daarna weer richting huis te rijden. Maar er knaagde iets aan mij! Ik had nog geen zin om naar huis te rijden. Ik zei tegen mezelf: "kerel waarom blijf je niet en probeer je morgenochtend niet nog een keer nu je eens tijd hebt." Het had namelijk nog niet meegezeten tijdens de bokkenjacht en nu alles open is, kan je selectief jagen! Laat dat voor mij een passie zijn.
De B&B gebeld of er nog een kamer vrij was en besloten te blijven. Wekker gezet op half zeven, naar het jachthuis gereden, kopje koffie gezet en hop naar de kansel. Daar aangekomen wel eerst goed de windrichting gecontroleerd! Ze zouden me niet nog eens verrassen. Dit keer een andere plaats gekozen op een hoge toren. Met de striemede regen en de wind in het aangezicht zo strategisch mogelijk naar de kansel gewandeld. Wat een hobby! Elk normaal mens ligt met dit weer nog in bed of zit lekker warm bij moeder aan de stoof. Voorzichtig en zo stil mogelijk de hoge gladde trap op gekropen en in stilte het slot geopend en de luiken opengezet. Hier zaten we weer. Naar oude gewoonte stak ik een peukje op en tuurde ik met de verrekijker de omgeving af. Het begon langzaam licht te worden en in de verte hoorde ik enkele hanen roepen.
Achter mij in het veld zat ergens in het donker een koppel luidruchtige nijlgansen Zij maakten zoveel lawaai dat ik dacht: “Als het straks licht is dan ….” Maar dat was voorlopig niet aan de orde ik kon ze toch niet zien. Toen het licht werd, verscheen er een geit met bokkits op de wildakker. Beiden deden zich te goed aan de bladkool die we daar gezaaid hadden. Een half uur heb ik ze gadegeslagen. Het was prachtig om te zien, maar ze kwamen niet voor afschot in aanmerking. Na een tijdje wandelden moeder en zoon de houtkant van het lagergelegen bos in en weg waren ze. Ondertussen waren de twee nijlgansen ook zichtbaar en naderden ze de hoogzit. Het kriebelt en als ze er nog zitten wanneer ik ga vertrekken, dan waag ik zeker mijn kans. Maar ik kwam voor een zwartkittel of een afschotrijp ree. Normaal zet ik mijn prioriteiten aan de kant en kies ik voor de exotenbestrijding, net zoals ik dat zou doen met een vos. Plots zag ik rechts van mij weer beweging! 2 reeën op de wildakker! Dit waren niet dezelfde als daarnet. Na een 2e blik kon ik nog een derde zien die in de maïs stond: mama geit met een stevig bokkits en veel kleinere geitkits. Na 10 minuten goed observeren besloot ik dat het geitkits een goed afschot was. Buks genomen kruis op het blad... Het schot heeft ze nooit gehoord en het reekalf lag ter plaatse. De geit sprong af, maar het bokkits bleef staan en zekerde in mijn richting. Hij liep wat heen en weer om regelmatig bij het dode kits te blijven staan en dan weer enkele meters weg te springen om daarna weer bij het kits te gaan kijken. Een half uur heb ik dit ritueel door mijn verrekijker geobserveerd tot het bokkits uiteindelijk verdween in het kreupelhout.
Ondertussen had een beklemmend gevoel mij meester gemaakt en ik werd zowaar emotioneel. Ik emotioneel? Een vent van 110 kilo en 1m86 groot en slager van opleiding. Heel mijn leven heb ik niets anders gedaan dan vlees verwerkt, geslacht en gehandeld in levende have. Maar toch ik twijfelde… heb ik dit wel goed gedaan? Ik had medelijden met het bokkits. Na het ontwijden op weg naar huis met het ree in de koffer en mijn trouwe draadje, die me met haar grote gele ogen soms zo doordringend kan aankijken, naast me dwaalden mijn gedachten terug af naar de belevenis van die ochtend. Na lang overdenken had ik vrede met mijn daad: ik had naar mijns inziens weidelijk gejaagd en de gouden regel gerespecteerd. ”Bescherm wat jong en sterk is en neem weg wat zwak of oud is”, want de natuur is geen Disneyverhaal. Het is eten en gegeten worden! Ik belde mijn zoon om hem het verhaal te vertellen waarop hij me zei “je wordt ouder papa” en gelijk heeft hij. Ik word weker met ouder worden en dat is goed. Hopelijk zal hij dat gevoel later ook krijgen wanneer de hevigheid een beetje uit zijn genen verdwenen is. Want niets is mooier dan stilstaan bij je jachtdaden en jezelf afvragen wat je gedaan hebt. Als je dan kan besluiten dat je het goede gedaan hebt, heb je een (h)eerlijke jacht beleefd. Hoewel het “maar” om een simpel reekalfje ging, waar ik er toch al menig van geschoten heb, zal deze beleving mij nog lang bij blijven.
Peter Van Minnebruggen
Team Nationaal
Comments