In mijn jacht op mooie en verrassende musea, trof ik deze week een bijzonder exemplaar in het hartje van Parijs. In het Hôtel de Guénégaud uit de 17e eeuw word ik bestookt met een collectie over jacht en natuur. Gedreven door nieuwsgierigheid, nam ik een kijkje in het Musée de la Chasse et de la Nature.
In mijn gedachten staat jacht gelijk aan weidse velden en bossen waarin de jachthonden rondrennen om de prooi te apporteren. Een museum gewijd aan deze bezigheid, verwacht dan je ook eerder op het platteland in die jachtgebieden. Het is dan ook enigszins vreemd dat ik hier midden in Parijs tussen de auto’s en de gebouwen een jachtmuseum vindt.
Toch tref ik hier een prachtig 17e eeuws gebouw waarin tegenwoordig het museum voor jacht en natuur huist. Het gebouw is recent gerenoveerd en oogt dan ook heel netjes. Lampen en leuningen in het gebouw zijn speels gemaakt in de vorm van geweien, maar dan van steen. Het museum is gekoppeld aan een organisatie voor de jacht in Frankrijk en dat daar geld zit, is te zien aan het museum.
Collectie Het museum begint op de 1e verdieping en daar kom ik als eerste terecht in de zaal van het Wild Zwijn. Een groot deel van het museum is op deze manier ingericht. Er wordt één bepaald dier als uitgangspunt genomen van de zaal. In de zaal vind je dan informatie over dit beest en kunst die rondom dit dier is verzameld. Dit kunnen schilderijen zijn die eeuwen oud zijn, maar ook moderne kunst. In iedere zaal is ook een opgezette versie van het beest te vinden. Ik vind dit een verrassend concept dat bijzonder goed werkt. Het maakt het museum zeer afwisselend en zorgt dat je iedere zaal weer op ontdekking gaat wat ze erbij hebben gevonden. Bij het Wild Zwijn vind ik onder andere een schilderij van Rubens, bij de Ree prachtige wandtapijten en bij de Wolf de rode schoentjes van Roodkapje (moderne kunst). Bovendien is in iedere zaal informatie over het beest te vinden in de vorm van foto’s, teksten en voorwerpen. Er worden korte versjes of uitspraken aan het beest gelinkt, waarbij de fabels van La Fontaine vaak een dankbare bron zijn. Onverwacht tref ik vervolgens een klein zaaltje dat volledig gewijd is aan de eenhoorn. Al is er helaas geen bewijs dat ze er ooit één hebben weten schieten. Ook buiten deze zalen die gewijd zijn aan de prooien zijn er nog andere onderwerpen aangesneden. Zo vind ik onder meer een zaal die helemaal gevuld is met wapens. Door een samenwerking met het Musée de l ‘Armée, zijn hier prachtige wapens te zien. Ook zijn er enkele zalen waar vooral schilderijen met als onderwerp de jacht zijn te zien, onder meer uit de collectie van het Louvre.
Trofeeën Absoluut één van de meest bijzondere zalen is de trofeeënkamer waar tientallen dieren opgezet aan de muur hangen. Niet alleen dieren die in Frankrijk te vinden zijn, maar ook bijvoorbeeld een leeuw, een tijger en een neushoorn. Het is de kamer waar je het meest direct met de gevolgen van de jacht wordt geconfronteerd vooral omdat hier toch ook dieren te zien zijn die beschermd zijn.
Het bracht me bij de gewetensvraag of je eigenlijk zo’n museum wel moet bezoeken, zeker omdat het eigendom is van een jachtorganisatie. Want laat ik duidelijk zijn, ik ben persoonlijk tegen de plezierjacht. Maar ik stelde me de vraag eigenlijk te laat, ik liep immers al binnen. Toch is het wel goed om even bij de gevolgen ervan stil te staan en daarom dat ik ook dit aspect van de jacht niet onbenoemd wil laten.
Dat doet het museum overigens wel, nergens is iets te vinden over de gevolgen van de jacht op de natuur. Toch is het museum ook geen eindeloze collectie trofeeën, maar juist een heel afwisselend geheel dat kunst met voorwerpen en informatie weet te combineren. Eigenlijk een heel aangenaam museum dus, waarin ze hun eigen collectie goed hebben aangevuld door samenwerking met andere musea.
Bron: Musée de la Chasse et de la Nature in Parijs.
Bij deze komen we al snel bij de gedachte of trofeeën-jacht kan of moet verboden worden. Het is dansen op een slappe koord. Mijn mening bengelt tussen de twee. Jacht is een enorm economisch gegeven. Ik ben van gedachte dat trofee jagen zou kunnen onder strikte voorwaarden. Ik zie het eerder als een beheer methode. Trofeejagen zou serieus moeten benaderd worden: wetenschappelijk (in ere houden van het bestand, en de natuur), het geld zou deels moeten terugvloeien naar de lokale bevolking en naar bewakers (die dikwijls zelf de schietschijf zijn).
Of, het moet verboden worden ? Dit zullen de stropers graag horen.
Mijn bedoeling is hiermee een discussie op gang te brengen. Wie heeft er zin in en durft zijn mening zeggen? Reacties op: redactie@jllc.be.
Kommentare