top of page
  • Facebook
  • Instagram
  • YouTube

Roodrokkencontrole

Waarschijnlijk herkennen veel jagers het volgende. Ik heb eerlijk gezegd een beetje een haat-liefde verhouding met onze ‘roodrok’. Ik vind het ongelooflijk fascinerende dieren, maar meermaals heb ik ervaren hoe vernietigend ze kunnen zijn in een kippenhok en hoe lelijk ze kunnen huishouden onder het wild in ons uitgeklede landschap. Doorheen de geschiedenis zijn ze hun angst voor de mens verloren en hun sluwheid en opportunistisch voedingspatroon maakt hen tot succesvolle rovers in onze moderne westerse wereld.


Als aspirant-jager verbaasde ik me al over de afschotcijfers. Jaarlijks worden er ongeveer 12.000 vossen geschoten, wat ongeveer een derde van de populatie zou zijn. Jaar in, jaar uit blijven zowel de afschotcijfers als de populatie constant. Mijn eerste conclusie is dus dat er eigenlijk geen sprake is van overbejaging.


Het laatst verschenen INBO-rapport over predatie wakkerde m’n sluimerende interesse weer aan. Ik zit al heel lang met een vraag die tot op heden onbeantwoord is gebleven. Er wordt graag over een natuurlijk evenwicht gesproken in cultuurlandschap, maar bestaat dat eigenlijk wel? Heel veel mensen roepen van alles, maar ze kunnen de feiten niet aanleveren. Ik beweer niet dat ze ongelijk hebben, maar van hun gelijk ben ik evenmin overtuigd. Ik weet alleszins dat er al sinds halverwege de 18de eeuw een strijd wordt geleverd tegen alles wat wild is en vlees eet. Alle middelen waren goed.


Terug naar het heden. Een andere vraag is ondertussen wel beantwoord. Die gaat over onze ‘roodrok’. Als de welpen uitlopen beginnen we veelal met de (bijzondere) bejaging. Meestal zijn het de jonge vossen die we vangen of schieten, onervaren als ze zijn. Later op het seizoen trekken deze jonge vossen de wijde wereld op zoek naar een eigen plek. Ook in de ongerepte natuur sneuvelt het grootste deel van deze vossen. Ze worden van hot naar haar gejaagd door de sterkere standvossen. Ze hebben moeite met het vinden van voedsel, omdat ze het gebied niet kennen en continu op de dool zijn. Ze raken gewond bij het vechten om een eigen territorium; wonden kunnen ontsteken wat vaak tot een miserabele dood leidt. En zeker in ons verstedelijkte Vlaanderen verdwijnt een aanzienlijk deel onder de wielen van een auto. Wij jagers schieten massaal deze vossen-op-de-dool. We zijn de natuurlijke sterfte gewoon voor. Een groot deel van de vossen die we nu schieten, zouden sowieso gestorven zijn in de loop van de winter. Daarom kunnen we dus jaarlijks ongeveer een derde van de populatie schieten, zonder dat die populatie er onder lijdt.


Dit inzicht leidt automatisch tot het onbegrip over het verbod op bouwjacht. Als je de vos echt wilt bestrijden in een gebied, bijvoorbeeld in functie van weidevogelbeheer, is het veel beter om vossen te beheren kort voor ze veel schade aanrichten. De standvos kent zijn territorium als z’n broekzak. Hij of zij weet als geen ander waar potentiële prooien zitten. Schiet je zo een vos in de winter, dan zit er vrijwel onmiddellijk een plaatsvervanger. Hoe dichter bij het voorjaar je de standvos kunt strekken, des te minder snel komt er een plaatsvervanger. Dit is de reden waarom in Nederland de bouwjacht is toegelaten in veel broedgebieden met kwetsbare bodembroeders. En daarom zou het goed zijn om de bouwjacht terug toe te laten in Vlaanderen. Om niet alleen (met veel plezier) vossen te bejagen, maar ook om ze gericht te kunnen beheren.

 

Thomas Linssen

 
 
 

Comments


No animals were harmed in the making of this website ;-)

JAGERSLIGA vzw 

Temselaan 100A - 1853 Grimbergen

vragen@jllc.be 

BTW nr. BE0760.532854

logo ikwordjager
fbatr

© 2021 Jagersliga vzw - Alle rechten voorbehouden | Ontworpen en ontwikkeld door Fireflies Artstudio

fireflies icon
bottom of page