Beste collega’s van Natuurpunt, het is stil in onze velden...
Lang heb ik uitgekeken naar de komst van onze kieviten. Links en rechts hoorde ik berichten dat ze elders in het land al aangekomen waren. Verlangen veranderde langzaam in hoop. Ik zag de eerste berichten, waarin fier het eerste ei van de streek gemeld werd, verschijnen. Hier echter nog steeds geen vrolijke buitelingen in de lucht, nog steeds geen ‘kiewiiit- kiewiiit-kiewit’ tijdens mijn ronde door het veld. Hoop sloeg langzaam om in wanhoop…
Het begon met een enkel exemplaar: tussen de ganzen zag ik hem opstijgen om aan zijn acrobatische toeren te beginnen. Het leek erop dat hij dit speciaal voor mij deed. Toch weer een sprankeltje hoop! Misschien zijn ze hier gewoon laat dit jaar!
De volgende waarneming liet een week op zich wachten. Een kilometer verderop was ondertussen nog een tweede koppeltje aangekomen. Daar zag ik pijnlijk een van de redenen van hun achteruitgang. Moedig, handig en driftig gingen ze te keer tussen een grote groep kraaien. Met kunstige vluchten probeerden ze de kraaien weg te lokken van het stukje akker waar ze de laatste dagen graag vertoefden. De overmacht was echter overweldigend. Keer op keer was er een nieuwe kraai terwijl andere kraaien op de grond scharrelden …
Beste collega’s van Natuurpunt,
Jaar in jaar uit daalt het aantal kieviten hier in de streek, net al elders. Sinds vorig jaar ben ik begonnen om actief de nesten op te zoeken. Op die manier sparen we ze graag tijdens de werkzaamheden op het veld. Mijn vraag om hulp bij de plaatselijke verenigingen leverde niks op. Zelf ontbrak het me aan blijkbaar aan talent, kennis en ervaring, want ik vond alleen maar lege nestkuiltjes.
Dit jaar krijg ik hulp van een jagende vriend. Met een drone hebben we voor het maaien gezocht naar nesten, de eerste reekalveren en jonge haasjes. Er waren echter geen nesten te vinden… Het is maar al te gemakkelijk om als een echte klavierridder ‘de boer’ als oorzaak van alle kwaad te bestempelen. En als boer erken ik mijn rol in de achteruitgang van de kievit, maar het is complexer dan dat. Vroeger liepen de kippen hier vrij in de tuin. Sinds een tiental jaar moeten ze iedere nacht opgesloten worden. Zeker in het voorjaar is de kans groot dat het kippenbestand is uitgedund als dit een nachtje wordt overgeslagen. Steeds vaker liggen er ook dode steenmarters langs de weg, wat toch wel op een groeiende populatie wijst. Sinds een aantal jaren wordt er korter op de vos gezeten. Bij de populatie fazanten is dit effect al te zien. Onder de bramen en onder de struiken zijn ze onvindbaar voor de kraaien, reigers en meeuwen die we in steeds grotere getallen in onze velden zien. Als jager juich ik het voorzichtige herstel van de fazantenpopulatie toe, maar als boer bloedt mijn hart bij de structurele achteruitgang van onze kieviten.
En daarom denk ik dat het anders moet. Dat het kan anders! We moeten terug naar de tijd waarin de bewustwording ontstond dat als we de natuur niet zouden beschermen, we onze kinderen deze pracht alleen nog in boekjes zouden kunnen tonen. Het waren in de eerste plaats welgestelde jagers/natuurliefhebbers die zich inspanden om de eerste stukken grond te vrijwaren van landbouw en industrie, bebouwing en andere menselijke activiteit. Met de stijging van de welvaart kwam dit proces van bewustwording in bredere lagen van de bevolking terecht. Ook steeg ook het aantal vrije uren die de gemiddelde mens ter beschikking had. Natuurverenigingen ontstonden en in het natuurbeheer kreeg ‘Jan met de pet’ een steeds grotere rol.
Is het in die periode geweest dat de nieuwe natuurliefhebbers zich tegen de jacht zijn gaan verzetten? Was het omdat jacht lange tijd nog een elitair ‘randje’ had? Wie zal het zeggen? En doet het er ook toe? Telt niet vooral wat voor ons ligt? Invasieve exoten rukken op en steeds vaker blijkt uit onderzoek dat predatie ervoor zorgt dat onze bodembroeders geen kans maken in ons uitgeborstelde landschap. Laten we hier geen hele grote kans liggen door niet met elkaar, maar tegen elkaar te werken? Is het zo utopisch dat de jager en natuurpunt de handen in elkaar slaan om op die manier de soorten, die ooit typisch waren voor het boerenland, terug een kans te geven? Biotoopbeheer en predatiebeheer, hand in hand… Ik blijf dromen…
Thomas Linssen
Team Nationaal
コメント