
Enkele weken geleden ontvluchtte ik de boerderij een dik uur voor zonsopgang. Het eerste werk had ik wat vroeger dan anders gedaan en ze konden me wel een uurtje of wat missen. Een vijftal minuten later was ik in het veld op weg naar m’n geliefde laddertje aan de bosrand vlak bij de boerderij. Af en toe wordt daar een dorre kits gezien, maar niemand heeft hem tot nu toe fatsoenlijk kunnen aanpreken. Deze kits was het doel van de ochtend. Eenmaal geïnstalleerd in de kruin van een eik werd ik overvallen door de rust. Het zou niet lang meer duren voordat de fazanten beginnen te ‘kukelen’. Of ik een beetje in slaap was gedommeld, weet ik niet, maar opeens werd ik weer in het moment ‘getrokken’ door een waar vogelorkest! Al waarnemend probeer ik bij te leren wat groeit en bloeit, kruipt en vliegt. Ken ik iets niet, dan probeer ik het uit te vlooien. De vogelgeluiden koppelen aan de bijhorende zangers wil echter maar niet lukken en dat vind ik echt vreselijk jammer. Veel vogels hoor je wel, maar zie je zelden.
Er huppelde een haas over het veld en er kwam een groepje grauwe ganzen aangevlogen. Ik dacht dat ze zouden doorvliegen, maar met veel lawaai en een wijde bocht, maakten ze toch een landing op ongeveer 50 meter van m’n verstopplek. Geen ree te zien… Onder de hoogzit zat een roodborstje in een lage struik. Ik heb ze nog nooit met twee gezien. Of ze asociaal zijn of gewoon liever op zichzelf weet ik niet. Ook in de tuin op de voedertafel zijn ze nooit samen met andere vogels om een gedroogde meelworm mee te pikken. Plots komt er iets aanvliegen in een andere struik. Het lijkt een winterkoninkje, wat ik een mooi vogeltje vind. Hun apart model geeft hun iets sympathieks: een bol lijfje en hun vleugeltjes en staartje die op zo’n typische manier omhoogsteken. Ik pak de verrekijker en zie dat ik me schromelijk vergist heb! Het is een goudhaantje! Als kind heb ik ooit een dood exemplaar gevonden bij een vriendinnetje in de tuin. Ze woonde in een bos. Een levend exemplaar had ik nog nooit gezien! Wanneer de telefoon gaat, vliegt het vogeltje naar een rustiger plekje. De dorre kits heb ik niet gezien, maar m’n ochtend is geslaagd! Het goudhaantje is een bruin/groen vogeltje met een gele streep over de kruin, afgelijnd met langs weerskanten een zwart streepje. Bij het mannetje is de streep oranje-geel. Het goudhaantje is met zijn 8.5 centimeter en krap 5 gram onze kleinste zangvogel. Ze hebben een sterke voorkeur voor naaldbossen en meestal zitten ze hoog in de toppen van die bomen. Tijdens de winter en de trek zijn ze minder kieskeurig en worden ze ook wat vaker gezien. Ze broeden, meestal 2 keer per jaar, in een komvormig nest. Het vrouwtje legt 7 tot 13 eieren per keer die een dikke 2 weken worden bebroed. Als de jongen zijn uitgekomen, blijven ze nog een twintigtal dagen in het nest. Eens uitgevlogen blijven ze nog een drietal weken i de buurt, zodat de ouders ze nog kunnen voeren. Goudhaantjes eten kleine geleedpotigen, zoals springstaartjes, bladluizen, kleine motjes en spinnen. Een deel van de goudhaantjes trekt weg richting Zuid-Europa, terwijl vogels uit noordelijkere gebieden afzakken naar onze contreien. Ze trekken voornamelijk ’s nachts. In maart-april zijn ze terug, om vanaf september weer te vertrekken.
Thomas Linssen
Team Nationaal
Comentarios