In het spoor van Reinaert
- jonas55123
- 20 uur geleden
- 2 minuten om te lezen

November. De dagen worden korter, de lucht scherper, het landschap kleurt langzaam naar grauw
en stil. Het wild voelt de spanning van het seizoen, elke beweging is bedachtzaam, elk geluid een
waarschuwing. Na een geslaagd jachtexamen is het eindelijk zover: mijn eerste stappen in het
jachtveld.
We verzamelen, zoals gewoonlijk, bij de jachtheer thuis. De geur van versgezette koffie mengt zich
met het geroezemoes van jagers die waarnemingen uitwisselen. Kleinwild staat op het
programma, maar iedereen weet dat de vos, sluw en ongrijpbaar, vandaag wellicht de hoofdrol
opeist.
In dit heuvelachtige landschap, met de stad als stille toeschouwer in de verte, verwachten
we opnieuw enkele Roodrokken in het revier.
Iets na negen trekken we naar de eerste trak. Het plan wordt uitgelegd; mijn post ligt aan de
uiterste bosrand. Ik wacht op het aanblazen en maak me jachtklaar. De drijvers vertrekken, en
langzaam komt het bos tot leven. Zangvogels schieten als schichtige schaduwen door het
struweel, duiven klapperen op uit de kruinen. Het bos ademt spanning. Mijn ogen ijsberen langs
de dekking, elk geritsel, elke beweging prikkelt mijn zintuigen.
Dan, plots, een schicht: een houtsnip scheert rakelings over mijn hoofd, duikt als een pijl weer in de bosrand.
Loos alarm. Ik adem uit, mijn hartslag zakt.
Bruusk wordt mijn naam geroepen, gevolgd door een luidkeelse “VOS!”. Mijn blik schiet een kwartslag
naar de houtkant. Daar staat hij, op vijf meter, geschrokken door het getier. Een fractie van een
seconde, een kans uit duizend.
Ik leg aan, richt en trek af. “KLIK”. Geen schot...
De vos kiest het hazenpad, verdwijnt als een schim in het groen. Ik snap er niets van, ik had alles perfect
uitgevoerd. Dan dringt het tot me door. De veiligheid stond nog op! Beginnersfout. Ik baal enorm,
maar herinner me dan de woorden van mijn jachtinstructeurs: “Better safe than sorry”. Ik herpak
me en stel mijn blik en wapen weer op scherp.
Twee doffe knallen breken de stilte. Via de radio klinkt het bericht: een vos ligt. Niet veel later
passeert een tweede bij mijn buurjager. Een schot, een schril geschreeuw, een genadeschot. De
echo’s sterven weg in de vallei.
Dan flitst een rosse schim uit het bos, het open veld in. Mijn tweede
kans. Geen tijd te verliezen. Veiligheid eraf, ik leg aan, volg het dier terwijl het steeds meer afstand
neemt. Twee schoten op zijn oranje gewaad. De achterhand wordt geraakt, de vos valt, maar een
vangschot is nodig om het lijden te beëindigen.
Opluchting. Felicitaties klinken door de radio. De techniek vloeide bijna vanzelf, maar toch
reflecteer ik. Het dier lag niet meteen gestrekt. Ik hield onvoldoende voor. Jongjager, troost ik
mezelf, maar ik leer. En ik wil beter.
Aan het einde van de trak strekken we vier van de zes waargenomen vossen. De laatste traks
brengen weinig meer. Naast acht vossen zien we enkele reeën, één konijn en één haas die dag.
Tijdens het avondmaal herbeleven we de dag in verhalen, met Reinaert als hoofdrolspeler. Op weg
naar huis mijmer ik nog even over deze onvergetelijke momenten.
Een jachtdag om te koesteren.
Een verhaal door een voormalig student bij Jagersliga, Maarten L.





Opmerkingen