Opinie: De patrijs en de pleisterpolitiek
- jonas55123
- 20 uur geleden
- 3 minuten om te lezen

Er is iets eigenaardigs aan de manier waarop sommige organisaties met natuur omgaan. Wanneer het misgaat, is de reflex zo voorspelbaar: de vinger wijst naar de jager. Zo ook bij Vogelbescherming Vlaanderen, dat nu weer luid roept om een verbod op de patrijzenjacht. Niet omdat het iets oplost, maar omdat het goed klinkt. Want een simpele vijand verkoopt beter dan een ingewikkelde waarheid.
De waarheid is nochtans eenvoudig: waar het landschap het goed doet, floreert de patrijs. En waar jagers actief zijn, vindt dat landschap zorg, aandacht en herstel.
Terwijl men bij Vogelbescherming Vlaanderen druk bezig is met anti-jacht campagnes, trekken jagers het veld in. Niet om te schieten, maar om te bouwen. Ze planten hagen, beheren predatoren en overtuigen boeren om stukken land onaangeroerd te laten, zodat er voedsel en dekking blijft voor kleinwild in de winter.
Dat werk heeft geen nieuwswaarde, want het is niet fotogeniek. Er is geen applaus voor wie in de regen greppels vrijmaakt of nesten beschermt. Maar dát is waar herstel begint.
Ik ken jagers die naast hun voltijdse job nog een tweede draaien. Onbetaald, onzichtbaar en vaak onbegrepen. Ze brengen avonden en weekends door in het veld om een biotoop te onderhouden die jaren vergt om tot leven te komen.
Vaak gaat dat met bloed, zweet en tranen, soms met discussies thuis, want passie vraagt offers. En alles wat ze daarvoor terugkrijgen, is een beschuldigende vinger van mensen die het veld enkel kennen van achter een scherm.
Ja, ik eet graag een stuk wild. En ja, ik sta daar recht in. Het is een eerlijk stuk vlees, afkomstig van dieren die in vrijheid leefden. Dieren die geen industriële mest of voeder zagen, maar graan, gras en regen. Dat stukje vlees komt niet uit de supermarkt, het komt uit een biotoop die onderhouden, bewaakt en in evenwicht gehouden wordt door mensen die de natuur respecteren.
Wie het veld kent, weet dat de patrijs floreert in regio’s waar jagers samenwerken met landbouwers. In Vlaanderen zijn het net de jagers die landbouwers helpen door het doolhof van regelgeving en subsidies. Ze zorgen dat akkers blijven liggen doorheen de winter, dat er dekking is voor vogels en voedsel voor het wild. Dat is geen jacht alleen, dat is natuurbeheer.
In Nederland is de jacht op patrijs sinds 1997 verboden. Het resultaat? De populatie blijft dalen.
Zonder beheer, zonder kennis van het terrein, zonder samenwerking, is elk verbod een lege maatregel.
Een VZW die voor Facebook en Instagram advertenties betaalt? Daar stel ik mij toch grote vragen bij... Moeten zij die subsidies niet gebruiken om hun vogelopvangcentra conform te houden met de wetgeving?
Vogelbescherming Vlaanderen had jaren de kans om structureel aan herstel te werken, om samen te zitten met jagers, boeren en wetenschappers. Maar in plaats daarvan kiest men nu voor de makkelijke weg: verontwaardiging verkopen als beleid. Pure hypocrisie, netjes verpakt in morele hoogmoed.
Dit, allemaal via betaalde Facebook en Instagram advertenties. Een VZW die daarvoor betaalt? Daar stel ik mij toch grote vragen bij... Moeten zij die subsidies niet gebruiken om hun vogelopvangcentra conform te houden met de wetgeving?
Ondertussen trekken jagers nog steeds aan de alarmbel. Ze doen wat nodig is: predatiebeheer, biotoopverbetering, overleg met de WBE’s. Ze bestuderen populaties, tellen nesten, observeren gedrag. Ze weten dat natuurbeheer niet begint bij loze slogans, maar bij aanwezigheid, in het veld, in de modder, in de realiteit.
De patrijs heeft geen nood aan loze campagnes of petities, maar aan biotoop en veldkennis.
Het behouden en onderhouden van een jacht is een engagement dat jaren duurt. Je werkt met boeren, onderhandelt over percelen, zoekt verbinding met andere jagers en WBE's. Alles met één doel: een leefbaar landschap creëren waarin wild kan bestaan en waarin mens en natuur elkaar niet in de weg staan.
De jacht is geen bedreiging voor de patrijs, ze is haar bondgenoot. Predatiebeheer en biotoopverbetering zijn geen modewoorden, ze zijn de fundamenten van herstel. De patrijs heeft geen nood aan campagnes of petities, maar aan biotoop en veldkennis.
Wat de jagers in stilte doen, blijft onzichtbaar.
Wat men op papier zegt, wordt luid gehoord.
Maar als het echt om natuur gaat, verdient het veld het laatste woord.
Geen quatsch, geen loze kreten. Alleen hard werk, samenwerking en respect.
Opiniestuk geschreven door
Jonas Libbrecht, Team O.





Het terug opbouwen van de populatie patrijs heeft zeker te maken met het werk wat de jagers verrichten. Maar evengoed schort er veel aan de manier waarop onze overheid omgaat met invasieve exoten & invasieve lokale populaties. De laatste jaren zie ik een enorme opkomst van de Nijlgans, een zeer aggressieve soort die overal waar ik kijk inheemse soorten verdringt. Echter, ik zie ook steeds groeiende populaties landmeeuwen die een soortgelijke aggressie tonen naar andere vogelsoorten. Hier komt nog bij dat onze overheid nog steeds niet begrepen heeft hoe belangrijk de landbouw is. Sinds de jaren 70 aanschouw ik met lede ogen hoe onze overheid enerzijds boeren verplicht heeft om aan exponentiële schaalvergroting te doen (met alle gevolgen door het geb…