©photo by fre
Op gebied van communicatie lijken er 3 stromingen in jagend Nederland & Vlaanderen. Deze kijken op 3 verschillende manieren aan tegen de maatschappij, het informeren over jagen/jagers en vs ‘de anti-jager’.
Negeren en alleen positieve verhalen schrijven over hoe goed en deugdelijk en nodig de jacht/jager is.
Recht ertegenin, scherpstellen dat het niet waar is, confronteren met wat onzin is. Hen uitmaken voor onkundig en alleen maar tegen. Een negatieve insteek en houding, botsend.
Onderbouwd met kennis aangeven wat in de anti-jacht-aanpak niet klopt. Erkennen waar ze een punt hebben, maar vaak geen oplossing aanbieden. Aantonen waarom jagen een oplossing is, nuttig is en (benutting) mag en kan, omdat het in de natuur goed mogelijk is, buit levert. Effectief weerleggen en blootleggen dat activisme niet per sé goed voor de natuur uitpakt.
Deze laatste is de grootste uitdaging, omdat je in verhouding veel kennis moet hebben of informatie moet opzoeken om het onderbouwd te weerleggen. De 1ste laat te veel de invloed van anti-jagers hun desinformatie verspreiden, wat wel degelijk effect heeft, maar wordt genegeerd. Het heeft ook geen antwoord op het continu verspreiden van slechte verhalen met desinformatie of leugens.
De 2de doet vaak meer kwaad dan goed, omdat het onsympathiek is. Beiden zijn gericht op voornamelijk hun eigen publiek. Beiden gaan óók voorbij aan wat wel degelijk niet goed wordt gedaan bij jagers (door die enkele onnodig te voorkomen leed, verstoring, stroperij, wild uitzetten, etc.).
Voor de jager zit volgens mij in deze 3de en laatste optie de oplossing voor de toekomst. Jagen “omdat het gewoon mag” is wat de anti-jagers aanvallen. Verbannen of “alleen beheer door beroepsjagers” is hun stelling. Het beeld van de “goede jager” trekken ze omver met deels leugens of overdrijving. Maar óók met terechte kritiek: onze zwakke plek, het gat in onze defensie. Niemand gelooft “dat iedere jager jaagt om goed te doen en een soort koorknaapje is”.
Dus: wat is dan onze basis waardoor de moderne burger blijft vinden dat het goed is dat private jagers ook in de toekomst mogen blijven jagen? Vaak reageren we defensief en zijn weer eens overrompeld, verrast door een verloren rechtszaak, beleidsregel, vernietigend boek of artikel. “Het is onzin!!!” is dan de logische reactie.
Maar voor de burger die op afstand staat niet. En die krijg je nóóit opgevoed met voldoende kennis…
Het probleem hierin lijkt ons eigen vertrekpunt. We willen niet “schietknecht van de overheid” zijn, maar vrije jagers. De maatschappij is fundamenteel veranderd en dat feit gaan we niet veranderen. “Gewoon vrij om te doen” is voorbij. Vrijheden hebben als voorwaarde “dat je je aan de regels houdt”. Dat je draagkracht en krediet hebt bij de maatschappij. En, erg maar waar, je moet ook nadenken dat een ander je niet in een kwaad daglicht zet, dat je je niet laat overvallen. Tegenstanders zijn in staat je, met filmpjes en acties, te brandmerken. Ze zijn slim, strategisch, invloedrijk en georganiseerd.
Een moderne organisatie is daar tegen bestand, anticipeert, onderkent de dreiging en is daarop voorbereid.
Snel ingrijpen op een “aanval” is daarbij cruciaal, maar wel doordacht, met het juiste middel. En anticiperen! Maar vanuit een defensief vertrekpunt “wat staat ons nou nou weer te wachten” gaat dat niet.
We moeten nadenken over waar wij anno 2023 staan. Wie we zijn en willen we zijn om in 2030 en verder nog te kunnen jagen. En dat vergt dat “de jagerswereld” zich dat eens goed gaat afvragen en opnieuw uitvindt.
Want we bevinden ons nu in een negatieve spiraal.
De klassieke jager die wordt weggezet als “schiet lekker dieren dood voor de lol” laat zich zo neerzetten, omdat het alternatief niet duidelijk is. Het is een hele lijst van punten, onder dezelfde noemer: “jager schiet dieren dood”.
Die jager lijkt in de toekomst zijn draagvlak te verliezen bij burgers. De jager met hart voor natuur, die zorgvuldig met dieren omgaat, investeert in natuur, verantwoordelijkheid neemt en leed beperkt… die moet de burger sterk en compact overtuigen dat dat “dé jager” is.
Soms is dat sympathiek… (wat doen jagers allemaal, kennis, kunde, veld-aanwezigheid). Soms is dat met exacte kennis van zaken en gestrekt been autoriteit claimen, omdat je “specialist” bent (bv. valwild, schade etc.)
Maar altijd gekeerd tegen illegaliteit en onwenselijkheid. De foute jager is de goede jagers grootste vijand….
Eén van de kernpunten is “ken je tegenstander”. Lees je in, weet wat die mensen bezielt, drijft, waarom ze doen zoals ze doen. Het zijn niet zomaar allemaal malloten die zonder kennis wat roepen. Zo’n artikel dat zij handig in stelling brengen, van een hoogleraar (op heel ander gebied) om “waarheid” te claimen is hier onder gezet.
Stap voor stap wordt heel geraffineerd onzin voor onzin met een sausje waarheid gemengd en aan de burger voorgelegd. Geen leek heeft dat door….
Dit negeren kunnen we ons niet veroorloven. Maar wie heeft er zin, tijd, kunde, lef, etc. om het te weerleggen?
Om autoriteit op dat vlak te pakken en (liefst dit voor te zijn) met reële kijk en kennis te schrijven hoe het wél zit?
Volgens mij moeten we 2 paden bewandelen: de positieve goede jager zijn (en de foute overtreders uitbannen!).
Én zorgvuldig en sympathiek de stroom van onzin ondermijnen en op vakkundige wijze weerleggen. o.a. door te publiceren vóór de tegenstander dat doet.
Henning van den Akker
Comentarios