top of page

Zijn ze met teveel?



Ik zie de laatste tijd regelmatig een oproep passeren om aalscholvers te bestrijden. De eerste paar keer drong het nauwelijks tot me door, maar herhaling is de kracht van de reclame. En dus na een aantal keren de oproep te zien passeren waren mijn gedachten weer geprikkeld. Hier zitten ze ook, de aalscholvers, maar nog niet zo lang. Volgens mij zag ik ze hier voor de eerste keer een jaar of 3-4 geleden op de Itterbeek. Dat eerste jaar bleef het bij eentje, maar ik zie ze wel steeds vaker. Vorige week nog heb ik met de kinderen op weg naar school een koppeltje aalscholvers zitten aanschouwen. Hoe ze ter plaatse onder water duiken om dan even later met een visje in de snavel terug boven te komen. We hebben ook gefascineerd zitten kijken hoe handig het visje, dat eerst dwars in de snavel geklemd zat, feilloos in de keel verdwijnt. En zo ging hij maar door met vissen.


Wat weet ik eigenlijk van de aalscholver? Zijn er echt te veel? Wanneer zo’n vraag langer dan een halve dag blijft rondspoken, begin ik het uit te zoeken. Zo dus ook voor de aalscholver.

Enig opzoekwerk later ben ik wijzer geworden. Een volwassen aalscholver eet blijkbaar een halve kilo vis per dag. Dat lijkt me veel voor een vogel van geen 4 kilo, maar ik moet toegeven dat ze wel erg fanatiek zijn met het jagen op vissen! Halfweg de jaren ’60 was de aalscholver zo goed als uitgestorven in deze contreien. Vooral de kwaliteit van het oppervlaktewater en het verdelgen van de aalscholver lag aan de basis van het verdwijnen.

Zoals wel meer soorten heeft hij een beschermd statuut. Daarnaast heeft ook de verbeterde waterkwaliteit voor een gestage opgang van de aalscholver gezorgd. Er zijn nu jaarlijks ongeveer 1400 broedparen. ’s Winters overwinteren er ongeveer 5000 aalscholver en deze aantallen zijn al enige tijd stabiel.

Aalscholvers hebben vooral een impact op de populatie vissen van 15 tot 25 cm lengte. Ze zijn dus eigenlijk geen voedselconcurrent voor de meeste andere visetende soorten. Dat de populatie al enige jaren niet meer groeit, zou een aanwijzing kunnen zijn dat er een evenwicht is tussen de natuurlijke vispopulatie en het aantal aalscholvers in Vlaanderen. Helaas kunnen aalscholvers serieus huishouden in viskwekerijen en visvijvers. Meestal hebben deze waters een veel hogere vispopulatie dan hun natuurlijke equivalenten. In tegenstelling tot de jacht is het nog toegestaan om aan visbepoting te kunnen doen om voldoende snel ‘beet’ te hebben tijdens een middagje aan de visvijver. 


Om nu terug te komen op de vraag of aalscholvers bestreden moeten worden of niet. Het antwoord is moeilijk en ik moet terugdenken aan een gesprek dat ik had met een natuurminnend niet-jager. Ecologisch gezien, is er geen reden om aalscholvers te bestrijden. Op waters met een natuurlijk visbestand heeft de aalscholver geen negatieve impact op het visbestand. De gemiddelde vis zal kleiner zijn, maar aan de totale hoeveelheid vis verandert er nagenoeg niks. Als jager vind ik het echter legitiem om te stellen dat de maatschappelijke wens ook zijn rechten heeft. Nooit kan het de bedoeling zijn dat jacht of bestrijding de populatie van een inheemse soort in gevaar mag brengen. Als de populatie van een soort niet in gevaar komt en er is een sterke maatschappelijke en goed onderbouwde wens vanuit de maatschappij, dan vind ik dat jacht of beheer mogelijk moet kunnen zijn. In het geval van de aalscholver zou de onderbouwing voor het reguleren van de echter vanuit de visserijsector moeten komen en niet vanuit de jachtsector.


Thomas Linssen

Jagende boer en lid van het nationaal team.

21 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Enquête

bottom of page